In 2019 zijn de gewijzigde BRL’s 2506 (deel 1 en 2) vastgesteld. De BRL 2506 deel 1 is in werking getreden per 1 april 2020. De BRL 2506 deel 2 is per 5 juni 2020 opgenomen in de Regeling bodemkwaliteit en vanaf die datum van kracht. Gedurende de overgangstermijn mogen ook de oude versies van de BRL worden gebruikt. Voor deel 1 is dat tot 1 april 2021 en voor deel 2 is dat tot 9 december 2020. De belangrijkste wijzigingen in de gewijzigde BRL’s 2506 zijn:
Per jaar komt er circa 23 miljoen ton aan
steenachtige afvalstoffen (puin) vrij. Dit materiaal wordt bewerkt tot
recyclinggranulaat en kan vervolgens worden hergebruikt voor toepassing in GWW-werken en als toeslagmateriaal
in beton. Het is van groot belang dat wordt
geborgd dat recyclinggranulaat voldoet aan de strenge milieu- en civieltechnische
eisen.
De beoordelingsrichtlijn BRL2506 geeft de producteisen die aan
recyclinggranulaten worden gesteld en stelt eisen aan het door de
producent te hanteren kwaliteitssysteem bij de bewerking van
steenachtige afvalstoffen. Tevens bevat deze beoordelingsrichtlijn
specifieke regels gericht op het voorkómen van asbest en teerhoudend
asfalt in recyclinggranulaat.
Producenten van recyclinggranulaten kunnen zich laten certificeren volgens de BRL2506. De daartoe geaccrediteerde certificatie-instelling geeft daarbij de volgende kwaliteitsverklaringen af:
De Stichting Kwaliteitsborging Recyclinggranulaten beheert het register van BRL2506 certificaathouders.